Vertrouwen en positieve gedragsverandering zijn essentieel bij bewonersinitiatief Duurzame SteK

Wijk van Nu is in gemeente Renkum bezig met het opstellen van een Wijkuitvoeringsplan (WUP). De gemeente Renkum bestaat uit een aantal dorpskernen, waaronder het dorp Oosterbeek. We zijn bezig met een WUP voor de wijk Stenenkruis, deel van Oosterbeek. Vanaf 2018 zet bewonersinitiatief Duurzame SteK zich in om samen te werken aan een duurzame, leefbare wijk Stenenkruis. In dit interview met Leen van Doorn, een van de actieve betrokkenen bij SteK gaan we in op hoe een succesvolle samenwerking tussen bewoners en gemeente eruit ziet.

Hoe is bewonersinitiatief Duurzame SteK ontstaan? Hoe zien jullie activiteiten eruit?

‘’Het initiatief is ontstaan om mede vanuit een sociaal karakter mensen bij duurzaamheid te betrekken. We zijn begonnen met zes bewoners en bestaan uit drie takken: Groene SteK, Warme SteK en Mobiele Stek. We willen mensen betrekken en actief uitnodigen om mee te doen. Dat betekent: laagdrempelig duurzaamheid bespreken met elkaar. Veel van onze activiteiten gaan over de thema’s duurzaamheid en natuur, maar ze raken elkaar natuurlijk ook. Ik ben zelf actief bij Warme SteK waar we ons vooral op energie richten.

Dat sociale karakter zie je terug in wat we organiseren, bijvoorbeeld door de SteK-jesmarkt die we elk jaar doen, maar we waren o.a. ook betrokken bij de eerste deelauto, een wildplukwandeling, een recyclefeest,  workshops over duurzaamheid en wandelingen door de buurt  met een warmtecamera. En nu denken we dus ook mee met een groepje over het wijkuitvoeringsplan.’’

Zijn er specifieke uitdagingen rondom duurzaamheid, de energietransitie of andere thema’s in Oosterbeek?

‘’Het is een standaard woonwijk, niets bijzonders, haha. Er is geen industrie in de buurt, dus dat betekent ook weinig restwarmte. Dat beperkt de mogelijkheden voor een groot warmtenet bijvoorbeeld. Daarnaast is het ook waterwingebied. Ook dat betekent dat niet alles zomaar kan.’’

Hoeveel mensen zijn er aangesloten bij het initiatief? En hoe is de interesse van bewoners gegroeid?

 ‘’Onze wijk bestaat uit 600 adressen. We merkten dat veel bewoners zelf al op de een of andere manier bezig waren met duurzaamheid, maar dit vaak niet van elkaar wisten. We willen dit graag samenbrengen. We hebben een enquête gehouden waarop 30% heeft gereageerd, wat al véél meer is dan wij verwachtten! Mensen hebben met verschillende van de thema’s die ik net noemde al affiniteit. En de actualiteit (Groningen, hoge energieprijzen) draagt er natuurlijk ook aan bij, dat er veel rondom duurzaamheid in het nieuws is en dat maakt ook dat mensen geïnteresseerd raken.’’

30% van de bewoners is in mindere of meerdere mate bekend met SteK. Er zijn ook bewoners die misschien nog helemaal niet bezig zijn met de energietransitie. Toch gaat een wijkuitvoeringsplan ook voor hen gevolgen hebben. Hoe bereiken jullie die bewoners?

‘’In eerste instantie richten wij ons op de mensen die al wel interesse hebben. We gaan geen mensen drammerig overtuigen dat ze moeten geven om duurzaamheid. Verleiden is meer onze stijl. Maar we hopen wel de drempel om mee te doen of mee te denken laag te houden. Duurzaamheid kan en moet ook leuk zijn! Onze activiteiten zijn vaak heel gezellig en vergroenen van de wijk is bijvoorbeeld een leuke bezigheid. En elk jaar proberen we alle adressen weer even te benaderen, ook die nog niet actief zijn.

Het klein en behapbaar maken geeft energie. En dat moet ook wel, want we draaien volledig op vrijwilligers, dus het moet ons ook energie opleveren. We zien wel dat deze aanpak mensen aanspreekt!’’

Jullie werken al lang voordat het wijkuitvoeringsplan van start ging in jullie wijk samen met de gemeente. Hoe is dat zo ontstaan? Hoe is de samenwerking nu?

‘’In 2018-2019 hadden we een groene wethouder en die heeft toen een klimaattop in Renkum georganiseerd. Denk hierbij aan thema’s als bedrijventerreinen en grootschalige opwek, maar ook de vraag: hoe ondersteunen we wijkinitiatieven vanuit de gemeente? Daar zijn de contacten gelegd. Het is voor ons heel logisch om samen te werken en elkaar te blijven vinden. Dat is sindsdien dan ook veel gebeurd. En dezelfde wethouder is er nog steeds, dat zorgt ook voor continuïteit in de relatie.

We werken samen vanuit vertrouwen. Zo heeft de gemeente in het verleden een landelijke RRE-subsidie gekregen die voor twee derde bij wijkinitiatieven terecht is gekomen. Wij zijn een lokaal initiatief, geen rechtspersoon zoals een stichting. Dat maakt het toekennen van een subsidie ingewikkeld. Toch heeft de gemeente besloten om op basis van ons plan die subsidie te geven.  Dat is voor ons echt een teken van vertrouwen, wat de samenwerking goed doet!’’

Wat zou je andere gemeenten en bewonersinitiatieven mee willen geven, die nog geen lange samenwerking met elkaar hebben?

‘’Er valt vaak van alles op of aan te merken aan de werkwijze van de ander, dat snap ik. Zeker de gemeente is vaak een partij waar van alles over gezegd wordt. Maar leef je eens in in de leefwereld van de ander. Je kan focussen op wat sneller moet, maar je kan ook kiezen om bewondering te hebben voor wat al wél lukt. Bij de gemeente liggen nu zoveel verschillende maatschappelijke vraagstukken, dus dat zij zich met ons op deze manier inzetten met ons voor een duurzame wijk vind ik inderdaad knap. Wij kiezen ervoor om daar op te focussen.

En datzelfde geldt voor inlevingsvermogen en samenwerking opzoeken tussen verschillende wijkinitiatieven. Elke wijk is anders en elke groep vrijwilligers legt ergens anders accenten. Leef je een beetje in in wat de ander doet en heb daar begrip voor, dat is de basis voor goede samenwerking!’’

DELEN: